Puppyklas 1

Voor jonge honden vanaf 8 weken tot max. 16 weken.
Programma: In de eerste plaats moet het jonge hondje opgevoed worden.  De geleiders krijgen alle mogelijke raadgevingen daarvoor.  Ze leren hoe ze controle krijgen over hun hond.
Alles gebeurt spelenderwijs en met belonen:
* de geleider leert hoe hij moet omgaan met zijn hond en hoe hij de hond beloont.
* de geleider leert hoe hij het hondje moet verzorgen.
* de hondjes leren andere honden rond zich te hebben.
* ze komen in contact met andere mensen, met een vreemde omgeving, met allerlei geluiden enz..
* de eerste commando’s worden aangeleerd, zoals: zit, af (lig), kom, nee!.
* de pup leert aan de lijn te lopen zonder te trekken.

Om de 6 weken is er een proefje om te kijken of hond en geleider klaar zijn voor puppyklas 2.  

Puppyklas 2

Na puppyklas 1, tot het hondje klaar is voor de A-klas.

Programma : wat het hondje in puppyklas 1 geleerd heeft, wordt uitgebreid naar moeilijkere omstandigheden en andere plaatsen. Ook leert het hondje geen schrik te hebben van allerlei toestellen en situaties.
De ‘sta’ en het ‘blijven’ worden aangeleerd en er wordt begonnen met het terugsturen naar de plaats en het lopen naast het been van de baas.

Na Puppyklas 2 is het hondje normaal 5 tot 7 maanden oud. 
Om de 6 weken is er een proefje om te kijken of hond en baas klaar zijn voor de A-klas.

A-klas

Als het hondje er klaar voor is, gaat hij naar de A-klas.  Hij is nu ongeveer 6 maanden oud.

Programma: de hond leert:
* wandelen naast het been van de baas, aan de lijn en zonder lijn
* verschillende houdingen aannemen: zit, sta en af
* omgaan met andere honden : sociabiliteit
* op de plaats blijven (5 m, 30 sec.) en alleen terug naar zijn plaats gaan (op 5 meter)
* bij de baas blijven
* terugkomen bij de baas
* zich door de baas laten ‘behandelen’
* spelen en apporteren

B-klas

Hond en baas zijn geslaagd in een overgangsproef die om de drie maanden wordt gehouden (zie Kalender “overgangsproeven”).

Programma: inoefenen van

* “volgen” langs het been van de baas
* komen op bevel in zit voor
* houdingen (zit, sta, af) naast de baas en op afstand
* liggen blijven (1 minuut op 10 meter).
* naar de baas komen en terug naar zijn plaats gaan (op 10 meter),
* omgang met andere honden en mensen.
* klaar maken voor de “Test van Sociaal Gedrag” 

C-klas

Hond en baas zijn geslaagd in een overgangsproef (zie Kalender “overgangsproeven”). en in de “Test van Sociaal Gedrag“.

Bij overgang naar de C-klas volgt de voorbereiding op het Gehoorzaamheidsbrevet.

* werken zonder lijn
* afliggen op afstand (minimum 2 minuten)
* in zit-voor komen
* apporteren
* terug naar zijn plaats sturen